Spakenburg, eens ging de zee er tekeer (column Thieu Vlemmix)

Foto: Thieu Vlemmix

Omdat hij er toch was in verband met de wedstrijd van UNA, een column van Thieu over Spakenburg. Niet over de wedstrijd, maar over de ‘Roden’ en de ‘Blauwen’ en een zeetong die over de randen van zijn bord hing.

Op gezette tijden betrap ik mezelf wel eens op een overpeinzing welke me terugvoert naar vroegere tijden. Echt vroeger, bedoel ik dan. Een romantisch tijdsbeeld doemt voor mij op. Dat van het Holland met zijn oude vissersdorpen aan het water. Eens ging de zee er tekeer, maar dat was nog vóór de inpolderingen en de aanleg van de Afsluitdijk. Het land van de vissers en hun boten die na lange, dikwijls stormachtige, nachten binnen komen varen met aan boord hun glimmende visvangsten. Dan nog de muziek en tekst erbij van de Zuiderzee ballade ‘daar is het water, daar is de haven’..enz.. Klanken welke de onmiskenbare emotie toevoegen en de verbeelding van vroegere tijden nog versterken.

Hoe het met u gesteld is, weet ik niet, maar ikzelf was in mijn toch niet meer zo prille leven nog nooit in Spakenburg, of Bunschoten-Spakenburg zoals het nu officieel heet. Zopas dus wel. Een soort  Veldhoven aan de Run, maar dan anders. Wat een prachtige entourage.

De haven van Spakenburg

Vroeger was het oude vissersdorp gelegen aan de bekende Zuiderzee en werd dus bezongen in menig lied. “Eens ging de zee er tekeer…”. Nu is dat het Eemmeer. Een plaatje, de haven en het belendende marktplein. De haven met zijn klassieke botters, waar zichtbare bedrijvigheid heerst met het knutselen en werken aan de karakteristieke schepen. Het bevestigt het typische beeld, dat van het ‘oude authentieke Holland’. Met de visafslag destijds nog op de kade, waar de vrouwen in klederdracht met hun kroost wachtten. Het is jammer, maar uitgerekend die twee elementen zijn intussen wel nagenoeg verdwenen. Nog een paar vrouwen in klassieke kledij zien we op het drukke marktplein voorbij komen. En de vissers? Ze zijn met pensioen, zitten voor hun huisjes in de zon of hobbyen nog wat aan de boten. Maar, hoewel ze in feite dus uit het dorpsbeeld zijn verdwenen, de sfeer en het gevoel van ‘toen’ is nog onmiskenbaar aanwezig. De terrassen zijn gevuld, de zon straalt… Corona is ver weg.

Intussen steken, tegen de haven aangeplakt, de tribunes van twee grootmachten in het Nederlandse amateurvoetbal scherp af tegen de felblauwe lucht. Het zijn de thuishavens van IJsselmeervogels en Spakenburg. Ofwel, respectievelijk de kampen van de ‘Roden’ en de ‘Blauwen’. Rivalen voor het leven. Om de haverklap is het stennis tussen groepen aanhangers van beide clubs, ze raken met enige regelmaat slaags met elkaar. Dat is dus evengoed een beeld van het (Bunschoten-)Spakenburg van nu.

Mandemaaker

Tenslotte mag het bezoek aan restaurant de Mandemaaker aan het marktplein ook niet onvermeld blijven. Een voltreffer die ons nog lang zal heugen. De gastvrije ontvangst, een ontspannen sfeer en uiterst vriendelijke bediening. Enne… niet het minst belangrijke: royale en overheerlijke zeetong, die over de randen van het bord heen hangt. En daarbij natuurlijk een lekkere droge witte wijn… het kan niet op. We geraken ter plekke uitgebreid in gesprek met een sympathiek echtpaar op het terras. En raad eens… de ene is een ‘Rooie’ en de ander een ‘Blauwe’. Dat kan eigenlijk niet in deze gemeenschap, zo zou je denken. Maar het kan dus wel. Totdat er afscheid genomen wordt. Dan wil de ene wel vertrekken en de ander niet, die vindt het geklets met ons Brabanders immers veel te boeiend…

PS. Dit sfeerbeeld is gemaakt in de kantlijn en bij gelegenheid, van de onlangs gespeelde voetbalwedstrijd Spakenburg-UNA voor de KNVB beker.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen