Iedereen is verschillend, dus waarom zouden hun mondkapjes hetzelfde zijn? (column)

Foto: Gordon Johnson via Pixabay

Pandemieën zijn van alle tijden en kennen geen grenzen, stelt Thieu Vlemmix in zijn column vast.

 

Liever niet, maar… Omdat het beruchte coronavirus ons nog voortdurend (achter)volgt en derhalve een groot deel van het leven van alle dag blijft beheersen, ontkom ik er natuurlijk niet aan om het er zo nu en dan op deze plek over te hebben. Negeren? Onmogelijk. Al zeker niet met die gevaarlijke stijgingen. We gaan immers weer richting de getallen van april. Schoorvoetend, moeten we er echter wel zodanig mee zien om te gaan, dat het je dagelijkse doen en laten niet kompleet overwoekert. Het antwoord op de vraag wat te doen ter afleiding is: bewegen. Fietsen bijvoorbeeld; dat hebben er al hééééél veel ontdekt en de fietsenwinkels varen er wel bij. Lopen? Ook dat doen er intussen veel. Hier varen de schoenenwinkels dan weer wel bij. Er zitten dus ook goeie kanten aan… Ook veel honden leggen met hun baasjes stukken meer kilometers af dan voorheen. Maar al dagenlang is er die hitte, dus zie je de sportievelingen meest vroeg in de morgen of pas laat in de avond bezig. En heb je jezelf, moe van het bewegen, ’s avonds al eens overgegeven aan een prachtige film als The Lord of the Rings? Voor jong en oud genieten. In de pauzes nog even de reclamevraag beantwoorden ‘iedereen is verschillend, dus waarom zou hun maandverband hetzelfde zijn’? Ik blijf daarop het antwoord schuldig. Ben geen kenner, maar weet wel dat dezelfde vraag dan ook voor mondkapjes geldt.

Overwinnen

Het blijft intussen wel uitkijken. Een pandemie als deze, is trouwens niet wereldvreemd.  Ook onze voorvoorouders slaagden er echter in die te overwinnen. Een van de ergste voorbeelden vormt de Spaanse griep aan het einde van de 1e Wereldoorlog. Ook die ging de hele wereld over.

In de Middeleeuwen hield de pest al danig huis op deze aardbol. Bijna de helft van de wereldbevolking (1 miljard) had het. Meer dan 50 miljoenen mensen stierven eraan. De recentere Hongkong griep kostte een miljoen slachtoffers. Het virus Ebola, met in Afrika een massa slachtoffers, bereikte Europa niet. De voorlaatste grote uitbraak betrof die van de zogenaamde Mexicaanse griep. Kortom, veel ‘voorgangers’. Dat maakt het natuurlijk niet minder erg. Elk slachtoffer is er eentje teveel. En het helpt niet dat sommigen – ondanks alle waarschuwingen – nog altijd denken dat het zo’n vaart niet loopt. Zoals vlakbij huis in Vessem pas nog, een feestje voor een op zich prachtig doel ALS, krijgt een negatieve lading door het massaal negeren van de coronaregels. Normaal ben ik niet zo van dat wapperen met de wet. Maar wel van de ouderwetse benadering waarmee wij opgevoed werden: ‘wie niet horen wil, moet maar voelen’. Bij ons thuis was dat weinig aan de orde. Ik herinner me wel een keer dat onze Thom – door toedoen van ons vadder – met zijn  gezicht in het bord belandde met daarin de appelmoes, die hij niet lustte. De krachtdadige aanpak van de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb spreekt me wel aan. Alleen zo kunnen we dit akelige virus eronder krijgen. Maar duidelijk is intussen, dat dit zeker niet zonder slag of stoot gaat. Horeca en virus bijvoorbeeld, zijn soms bijna onverenigbaar. Veel horecabedrijven (lees: cafés) zijn eigenlijk te klein. De ruimtes beperkt. Cafébezoek staat synoniem voor gezelligheid, wat al bijna automatisch betekent, vlak bij elkaar staan of zitten. Mekaar enthousiast begroeten, omhelzen zelfs, samenzang bij de muziek, dansen; allemaal kenmerken van een kroegbezoek. En ze vallen heel verdomd moeilijk te rijmen met het anderhalve meter principe. Van de andere kant, kunnen we dit soort gezelligheid in feite helemaal niet missen. Een hels dilemma.

Besmetting in voetbal

Vrijwel alle zaken die het leven aangenaam maken, staan onder druk. Veel ophef, is er over het vermeende coronageval in aanloop naar PSV-UNA. Na de controle de dag ervoor (door PSV ingehuurde controleurs) wordt pas met de UNA bus onderweg bekend dat er (toch) een besmettingsgeval is. Interessant, om te volgen wat er daarna gebeurt. Natuurlijk alarm intern bij de Zeelster club en crisis beraad. Uiteindelijk is iedereen daarna getest. Uitslag: geen besmettingsgeval. De betrokken familie en de speler gaan 72 uur in quarantaine en blijken gelukkig smetvrij te zijn. Ergo, er lijkt helemaal geen besmetting te zijn geweest. Storm in een glas water? Een klein stormpje misschien. De schrik zit er in ieder geval goed in. Voorzichtigheid is troef, maar alles blijft mogelijk. Zo wordt een Feyenoordspeler positief getest die drie dagen ervoor nog negatief was. Die besmetting nu, blijkt te wijten aan contact van die speler met zijn nota bene vanwege corona thuis in quarantaine zittende collega. Ook deze topsporter en broodvoetballer, blijkt het dus nog steeds niet te snappen. Is dat symptomatisch? Staan onze verworven vrijheden het gedisciplineerd volgen van de noodzakelijke maatregelen in de weg?

                

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen