Er was eens …..een zesde geborene (column Thieu Vlemmix)

Columnist Thieu Vlemmix
Columnist Thieu Vlemmix
Foto: Thieu Vlemmix

Er was eens…de zesde geborene uit het gezin van negen. In een dorp met gewone mensen. In een doodgewone rechte straat die eindigt op de grens van een ander dorp dat tot diezelfde Brabantse gemeente behoort.

Het zijn de vijftig- en zestiger jaren. Er huist een mooie voetbalclub aan de overkant van hun straat. Dat wordt het jachtgebied: achter de bal aan. Maar ‘de zesde’ doet meer dan hollen, veel meer zelfs. Hij helpt de club vooruit. Al heel jong begeleidt hij jeugdelftallen en traint ze. Maar daarbij blijft het niet. Zijn belangstelling en ondersteuning gaat verder. Veel verder. In een veelheid van functies kan de club rekenen op zijn diensten, ook later bij de senioren. De zesde coacht, leidt op en helpt bij problemen. Zit vergaderingen voor. Treedt bemiddelend op. Houdt administraties bij. Vlagt. Fluit wedstrijden. De waardering binnen de club is groot, dat staat vast.

Maatpak

Maar in de vorm van onderscheiding(en), waar de vereniging doorgaans zo sterk in is, blijft die uit. Elk jaar weer. Daar hoor je hem zelf niet over, nooit. Misschien heeft de zesde in een grijs verleden al eens aangegeven dat iets dergelijks voor hem niet zo hoeft.  Anderen hebben dat soort beloningen soms nodig. De zesde voelt zich echter al voldoende gewaardeerd met wat hij doet, zijn gezin en drie fijne kinderen. Dit laat onverlet dat z’n dienstbare blik verder gaat. Zo is er een tijdlang het voorzitterschap van de buurtvereniging en het secretariaat van de plaatselijke biljartclub. Zijn blik gaat nog verder, zelfs het dorp uit. Uiteindelijk vindt de zesde zijn doel: in diezelfde Brabantse gemeente, een zorgorganisatie welke zich richt op mensen met een verstandelijke beperking. De hulp aan hen past hem als een maatpak. Als vrijwilliger biedt de zesde zijn diensten aan en blijft dat doen. Vele uren, week in week uit. De dagen en jaren rijgen zich aaneen. Het palmares van de zesde wordt van een ongekende omvang.

De vijfde

Er was eens… een columnist uit hetzelfde dorp. Aan hem werd een paar jaar geleden een Koninklijke onderscheiding uitgereikt. Als hij de CV van de zesde overziet en vergelijkt, dan kan hij de schaamte bij zichzelf niet uitbannen. Zijn eigen verdiensten, met weliswaar een aantal functies voor diezelfde voetbalclub, vallen in het niet bij die van de zesde. Verder, een paar jaartjes een bestuursfunctie bij de biljartclub, voor wat het waard is. Uit pure liefhebberij ook nog enkele boeken over het bewuste dorp geschreven en meegewerkt aan andere. Fijn dat ze hem daarvoor zo waarderen.

Uit een gezin van negen is de columnist ‘de vijfde’ en opgegroeid in een machtig kronkelende straat ver buiten de schaduw van het dorp. Malse weilanden vol roodbonten, omlijsten de boerderij. De hunne. In de verste verten geen voetbalterrein, geen bal te zien.

Als de vijfde van het gezin, zo vermoedt hij, is hij een ‘rang’ hoger dan de zesde, onze Wim Poef. Dan moet het hem daar wel in zitten…

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen