Gemeente Veldhoven: neem het initiatief voor een kerkenvisie (opinie)

Willibrorduskerk in Zeelst
Willibrorduskerk in Zeelst
Foto: Veldhoven Nieuws

Cultuurhistoricus Gerard Rooijakkers pleit voor een kerkenvisie in Veldhoven

Opinie door Gerard Rooijakkers

Er leek geen vuiltje aan de lucht, daar in Veldhoven. Als je vroeg naar de herbestemming van de kerken was het antwoord: ‘ze staan er goed onderhouden bij, ze worden gebruikt en in de nabije toekomst verhuurd’. Einde verhaal. Ik vond het al vreemd, temeer daar overal elders in Brabant die herbestemming een van de grote transitie-opgaven vormt in het publieke domein. De provincie Noord-Brabant is bezig dat allemaal (ook letterlijk) in kaart te brengen en voor het noordoostelijk deel van de provincie heeft de Technische Universiteit Eindhoven zelfs opdracht gekregen voor een onderzoek naar de toekomst van kerkenlandschappen. De vakkennis is dus als het ware om de hoek beschikbaar! Aan Veldhoven lijkt dit alles voorbij te gaan.

Totdat vlak voor kerstmis de koster van de Oerlese kerk na veertig jaar trouwe dienst op staande voet door het kerkbestuur werd ontslagen. Hij wilde de parochianen beschermen tegen Corona-besmetting tijdens een nachtmis. En ineens ontrolt zich een cascade aan incidenten en diep opgekropte frustraties. Heel herkenbaar voor wie weet wat er in het bisdom speelt. Helaas dus ook hier niet uniek, maar het lijkt wel of we ons telkens weer laten verrassen en niet in staat lijken te zijn om te anticiperen. Ik vind dat we dat moeten doen met het opstellen van een kerkenvisie specifiek voor Veldhoven, waar vier kerken een nieuw lot wacht. En je wilt niet dat er in al die kerken hetzelfde gebeurt, of dat ze aan het publieke domein worden onttrokken door er particuliere appartementen in te laten bouwen. De weg van de minste financiële weerstand. Dat kan echt wel beter.

Heilig en onvervreemdbaar

Onze voorouders (doen die niet meer mee in onze samenleving?) zouden zich in hun graven omdraaien als ze zouden weten hoe hun communale goederen dreigen te worden verkwanseld. Sterker nog: ze zouden het zich in hun wereldbeeld niet hebben kunnen voorstellen. Kerk en kerkhof waren geen privébezit, maar domeinen van de gemeenschap. En die waren in meer dan een opzicht heilig en onvervreemdbaar. Hieronder verstaan we dat deze objecten ook in symbolische zin altijd aan de gemeenschap verbonden zullen blijven. Het zijn niet-inwisselbare bakens van eigenheid, met torens als skylines van lokale identiteit. Dit zijn ook de argumenten van de levenden. De kerken worden natuurlijk niet gesloopt, maar met die onvervreemdbare lokale band wordt wel heel lichtvaardig omgesprongen. Tot voor een of twee generaties geleden was die zo vanzelfsprekend dat er niets voor geregeld is. Dat was ook niet nodig, want het behoorde immers tot de ongeschreven codes in de wereld van de commons.

Hieronder verstaan we mensen die goederen gemeenschappelijk delen en beheren. Dat is nou precies wat zo’n koster veertig jaar lang deed. Hij is juridisch gezien geen eigenaar van het gebouw, maar hij deelt en beheert te behoeve van de gemeenschap. Maar in de systeemwereld die ook in Brabant steeds meer als enige wet geldt, is niet het communale, maar het private bezit heilig. De eigenaar bepaalt, ook al is het de gemeenschap die betaalt (bijvoorbeeld met restauraties en onderhoudsregelingen). In Oerle is niet alleen de koster, maar met hem ook de wereld van de commons geschonden. En dat is geen achterhaald relict van onze voorouders. Dat is een springlevende wereld, die echter voortdurend onmondig wordt gemaakt en in de marge wordt gedrukt door procedures van de systeemwereld in kerk en overheid. Die geen poot heeft om op te staan in het bestuurlijk geweld dat alleen het recht van de bezitter als relevant erkent.

Die heel beperkte visie op de waarden en belangen rond kerken komt al tot uitdrukking in het taalgebruik. Als het gaat om partijen rond de herbestemming van kerken wordt gesproken over gelovigen of burgers. Maar een gelovige ben je in relatie tot een religie of kerkgenootschap. En burger ben je alleen in de verhouding tot de overheid. We moeten leren spreken over commons, over mensen die goederen met elkaar delen en beheren, die een dragende gemeenschap vormen die waarde en betekenis geeft aan die communale publieke domeinen en ze relevant maakt voor toekomstige generaties. Voor onze voorouders vanzelfsprekende argumenten uit hun leefwereld. Ons woord gemeente komt er zelfs vandaan.

Stad van dorpen

Veldhoven viert dit jaar zijn honderdjarig bestaan als gemeente met oude dorpskernen. De burgemeester noemde Veldhoven in zijn nieuwjaarstoespraak dit jaar heel treffend ‘een stad van dorpen’. Wat een prachtige propositie onder de rook van Eindhoven, wat een goed begrepen zelfbeeld. En wat horen daar die kerken in Oerle, Veldhoven-dorp, Zeelst en Meerveldhoven bij!

Ga die kerken niet vervreemden. Niet in de systeemwereld van juridisch bezit en niet in de leefwereld van symbolisch bezit van de mensen, de commons. We hebben onze mond vol over burgerparticipatie. Maar wat betekent deelnemen als je niet mag deelhebben? Als je meteen aan de kant wordt gezet als je je mond opendoet? Als je kop wel meetelt in de bezoekerscijfers maar je geen zeggenschap hebt? Als je nota bene opkomt voor belangen van een gemeenschap? Alsof je geen greintje krediet hebt opgebouwd in al die jaren communale inzet?

De communale kerken zijn te belangrijk om over te laten aan de grillen van een parochiebestuur. Ook het bisdom ’s-Hertogenbosch ziet dat wel in, en werkt inmiddels heel goed samen met de provincie in het kader van zo’n kerkenlandschap. De kunst is om met elkaar goed in gesprek te blijven op basis van een open dialoog en conflictsituaties zoveel mogelijk te voorkomen. Op tijd beginnen dus. In Veldhoven is kostbare tijd verloren gegaan, maar het is nog niet te laat om te komen tot een goed masterplan waarin de belangen van alle partijen een toekomstbestendige plek krijgen. Dat is een vak apart. Daar is een parochiebestuur niet op toegerust en het vereist expertise die ook binnen een gemeente niet voorhanden is. Maar de gemeente kan, en moet zelfs in mijn optiek, wel het initiatief nemen tot het opstellen van zo’n integrale kerkenvisie.

Geen beter moment voor professionele reflectie op die toekomst dan dit jubileum van honderd jaar Veldhoven. De provincie kan dat mede faciliteren. De Rijksdienst zal het toejuichen en inhoudelijk versterken. De gemeente kan zich niet opstellen als een afzijdige partij. Het gaat hier immers om communale belangen van de gemeenschap. Een breed gedragen plan dat vooral ook de belangen van de commons meeweegt. Want zij hebben het kerkenlandschap van Veldhoven tot stand gebracht en zij zullen uiteindelijk ook de dragers van dit toekomstige landschap in een stad van dorpen moeten zijn.

Dr Gerard Rooijakkers (Eindhoven 1962) is adviseur van de Raad voor Cultuur en betrokken bij de herbestemming van de Eindhovense Paterskerk (nu DomusDela). Voor de provincie schreef hij een essay over het belang van commons in Brabant, getiteld Van onderop (digitaal beschikbaar).

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen